Veel leerlingen op De Brug komen op school met een achterstand omdat ze op hun vorige school niet goed konden meekomen. Er zijn leerproblemen en soms is er sprake van een leerstoornis of ontwikkelingsstoornis die ze belemmert goed mee te komen. De lesmethode en het tempo van de groep gingen vaak te snel. Leerlingen werden soms uit de klas gehaald om bijles buiten de groep te krijgen, maar dat hielp onvoldoende. Leerlingen wisten dat ze niet goed meekwamen en onzekerheid en teleurstelling nam toe. In veel gevallen was school niet zo leuk meer. De school paste niet meer.
Een passend en onderbouwd aanbod
Wij willen een passende school zijn voor deze leerlingen. Daarom stemmen wij ons onderwijs af op de voortgang in de ontwikkeling van de leerling zelf en op de specifieke behoefte van de leerling. Op De Brug zijn niet de lesmethoden leidend. We passen ze aan waar nodig omdat we weten hoe leerlijnen zijn opgebouwd en hoe leerlingen leren. Iedere leerling maakt een ontwikkeling door ten opzichte van zichzelf. Iedere leerling is daarin uniek en leert op zijn of haar eigen tempo.
We kijken steeds goed hoe een leerling het beste kan groeien en stellen doelen die afgestemd zijn op een leerling. Als een leerling toch niet volgens verwachting ontwikkelt kijken we goed hoe dit komt en stellen we onze koers bij. We onderzoeken steeds wat nodig is om zo goed mogelijk op achterstanden in te spelen. We vinden het belangrijk dat er een zorgvuldige opbouw is en dat er geen gaten in kennis vallen. We volgen daarom bij iedere leerling het leerproces nauwkeurig en onderbouwen met deze kennis het aanbod dat de leerling krijgt. Iedere leerling wordt dus passend ondersteund en begeleid. Dit alles leggen we vast in een persoonlijk ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), die we ieder jaar met ouders/verzorgers bespreken.
Gelijke kansen en recht doen aan leerlingen
Op school moet iedere leerling gelijke toegang tot ontwikkelingsmogelijkheden hebben, iedere leerling moet zo gelijke kansen krijgen. We geloven dat bij gelijke kansen leerlingen ook tot hun recht kunnen komen, want dan kunnen ze zich optimaal ontwikkelen. Daarom is het belangrijk dat ons onderwijs passend is, zo doen we recht aan onze leerlingen. We moeten ook recht doen aan een leerling als we het hebben over onze verwachtingen. Ons uitgangspunt is dat we hoge verwachtingen van al onze leerlingen hebben, maar we willen een leerling niet (opnieuw) overvragen en structureel overbelasten. Als we recht willen doen aan een leerling is het ook belangrijk om eerlijk te zijn over belemmeringen en onmogelijkheden. Iedereen is anders belastbaar en iedereen heeft andere talenten. Daarbij, moeite hebben met leren is niet iets om je voor te schamen. We geloven dat vooral inzet en motivatie belangrijk zijn om dingen te bereiken en gelukkig te worden.
We spreken de hele leerling aan: Hoofd, hart en handen
Leren doe je niet alleen in je hoofd, leren doe je met je hele wezen. We willen daarom de hele leerling aanspreken in ons onderwijs, dus ook het hart en de handen. Bij leren met ‘het hoofd’ gaat het over zaken zoals beredeneren, bedenken, beschouwen, begrijpen en onderbouwen. Er gaat ook aandacht naar zaken die te maken hebben met ‘het hart’. We leren leerlingen daarbij gebruik te maken van emotie, beleving, vertrouwen, betrokkenheid, ervaring, gevoel en fantasie. Tenslotte willen we ook duidelijk aandacht aan ‘de handen’ te geven. We leren leerlingen handelen, dingen maken, bouwen en construeren, uitvoeren en toepassen. Veel leerlingen willen later graag ook een beroep uitoefenen waarbij het werken met de handen belangrijk is.
Lees verder over onze visie: Leren doen we samen